Historie

Korte geschiedenis

De geschiedenis van Kuinre begint in het jaar 1100. Op een landtong tussen de riviertjes de Linde en de Tjonger bouwden vissers de eerste huizen. De monding van de Linde was één van de beste natuurlijke havens van de Zuiderzee en rond 1200 werd dat ook ontdekt door roofridder Henric de Crane die bijna een kilometer ten zuiden van het dorp een kasteel bouwde in opdracht van de Bisschop van Utrecht. Deze “Heer van Kuinre” voerde een waar schrikbewind uit onder de Friezen. Hij had veel vrijheid van handelen wat ook bleek uit het feit dat er zelf munten werden geslagen. Rond 1300 hadden de werking van eb en vloed en overstromingen zoveel land weggeslagen dat het kasteel werd verlaten en is een tweede burcht iets meer landinwaarts gebouwd. Ook deze burcht is in de loop der tijden verdwenen. De resten hiervan zijn teruggevonden onder Camping de Craneburcht aan de Kuinderweg. Toen de Noordoostpolder droogviel heeft men resten van de eerste burcht teruggevonden en deze zijn nu te bezichtigen in het Kuinderbos. Ook de oude haven is nog te bezichtigen.

De bloeiperiode van Kuinre begon rond 1450. In 1775 werd de Boterwaag gebouwd waar gehandeld werd in boter en biggen. Later heeft dit gebouw tot 1972 dienst gedaan als  gemeentehuis. In dat jaar werd Kuinre een deel van de gemeente IJsselham maar dat is ook al weer geschiedenis. Kuinre maakt nu deel uit van de gemeente Steenwijkerland.

De geschiedenis van Kuinre is nauw verbonden met het water. Naast grote welvaart bracht dat ook veel rampspoed met zich mee. In 1825 overstroomde bijna heel Noordwest Overijssel en zijn er veel slachtoffers gevallen, dieren verdronken en huizen spoelden weg. In 1845 werd daarom ter bescherming een waaiersluis gebouwd in de monding van de Linde. In 1825 kreeg Kuinre een schutsluis zodat de waterstand kon worden geregeld. Omdat de schurende werking van eb en vloed daarmee verdween, verzandde de haven van Kuinre en de doodsteek kwam na het voltooien van de Afsluitdijk. In de plannen van de Zuiderzeewerken was een sluis in Kuinre gepland  maar door bezuinigingen is die vervallen en was Kuinre afgesneden van open water. De sluis had geen nut meer en de Linde werd een stilstaand, stinkend watertje dat later deels werd gedempt. Kuinre was een vergeten dorp, ingeklemd tussen het oude en het nieuwe land. De opkomst van de watersport bracht echter nieuwe inzichten en kansen. In de zomer van 1988 werd de sluis ontgraven en is men begonnen met de restauratie en de vaarroute werd in 1990 heropend. Daardoor ontstond een fraaie verbinding tussen de Overijsselse en de Friese meren via de Linde en de Tjonger. Op dit moment wordt gewerkt aan plannen de vaarverbindingen uit te breiden naar het nieuwe randmeer en de kanalen in de Noordoostpolder.

Naast de al bekende burchten kende Kuinre in de tachtigjarige oorlog de z.g. Kuinderschans; één van de verdedigingswerken langs de Zuiderzee. Toen in 2005 begonnen werd met de bouw van de wijk Overhavendijk heeft men op die plek tijdens opgravingen resten van bewoning en graven gevonden. In het gemeentehuis Rams Woerthe in Steenwijk kan men diverse gevonden voorwerpen bewonderen.

De laatste Kuunderpunter die nog gerestaureerd kon worden vaart weer door onze mooie omgeving als KU 11. De SKIP, Stichting Kuinre In Promotie, onderhoudt dit cultureel erfgoed en in de zomer kan men tegen een vergoeding meevaren over de wateren in Noordwest Overijssel.

Een andere bezienswaardigheid is de Nederlands Hervormde Kerk; een kerk zonder toren maar met een opmerkelijk interieur met aan het plafond hangende botters en een driemaster, volledig opgetuigd. De kerk is gesticht in 1678 nadat de kerk op de Schans moest worden verlaten, grotendeels verwoest tijdens de watersnood in 1825; weer opgebouwd op de oorspronkelijke onderbouw en in 1987 gerestaureerd.

 

Kuunders volkslied

Stille tusn de Linde en de Tjonger doar legt oons dorpien klejn
Omringt deur bos en waater  ‘k wil hier altoos zejn
Oonze Kuunder is ’t dorpien in dit Ieselant
Veur welk bestoan we vechtn, we geevm ’t niet as pant.

‘kWil hier altoos woonn, ‘k ken hier iedereene
Mit die van ergngs anders koemm, binn we saamm eene
We kenn hier gien rangng,  gien hooge of laage stant
Mar hebm we belangng dan goan we hant in hant.

We wiln de Kuunder howm, frank, vrej en zonder dwang
Op dize vrejhejt bowm we al eewn lang
De gront an de zee ontworstelt was eens Cranes gront
Woarop al veule eeuwm oons Kuunders wiechien stont.

Ja, dit zo klejne dorpien is oons dierbaar oort
Woar es de burchtn stonn ’t lant wat oons bekoort.
‘kZag in vlage en vaandel de zwaane en klaaver stoan
Woar boovm steerns stonn die nimer ondergoan

Gedicht

Kuinre het dorpje aan de Zuiderzee
Met je straatje en je toren
En je pleintje en je steeg
Van het taaltje van je luuden
Waarin het kiend mien ouwe heet
Van de klokke en zien luuden
Die mij tied en scheiding geeft

 Kuinre het dorpje aan de Zuiderzee
Van je haven en je water
Van je boeren en je vee
Van je vissers en je netten
Van je kielen en je petten
Van je werkers en je sas
Van je bomen, riet en gras

Kuinre het dorpje aan de Zuiderzee
Met je stoep en onderdeuren
Van je wapen en je vlag
Waarop zwaan en klaver geuren
En je sterren plaats op gaf
Al werd je niet tot stad geweid
Toch noemden ze je heerlijkheid

 Kuinre het dorpje aan de Zuiderzee
Waar eertijds de trotse burcht
Schuilplaats aan een ridder bood
Tot hij op een van zijn tochten
In de strijd hier vond zijn dood
Maar veel wat er heeft bestaan
Is door een stormvloed ten onder gegaan

 Kuinre het dorpje aan de Zuiderzee
Waar de Spaanse en Staatse troepen
Streden voor het wel en wee
Maar de allergrootste strijd was
Voor jou de storm en de zee
En door je kolken werd verteld
Van rampen door ’t natuurgeweld

 Kuinre is niet meer zoals het was
Al is de zee in land ontgonnen
Toch denk ik graag aan wat eens was
Toen nog Tjonger en Linde
Je handel en je scheepvaart zag
En door schepen uit je haven
Riet en turf naar Holland werd gebracht

 We houden allemaal van Kuinre
Van Pampus, Nieuwstad, Vijverpark
Van noord en zuid, van Sleep en polder
Van Sasplein, Burchtstraat en Bouwdijk
Van ’t bos dat kwam uit ’t water voort
We zijn daardoor misschien verwant
Aan dit dorpje in Nederland

 Ja, ons dorpje mag dan oud zijn
Voor vele vreemden niet in trek
Maar waar je leeft of werd geboren
Is ’t nog steeds je liefste plek

 15-08-1975